Interoperabiliteit

Uit ASTRA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Interoperabiliteit: voorwaarden voor bereiken SRK-doelstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Om de informatievoorziening in de SRK te richten en te sturen zijn afspraken nodig. Onderlinge afspraken om interoperabel met elkaar te zijn.

Interoperabiliteit is het vermogen om met elkaar te kunnen samenwerken gericht op het bereiken van gezamenlijke (keten)doelen, door

  • afstemmen van de diensten op elkaar
  • onderling kennis en informatie te delen
  • uitwisseling van gegevens

Interoperabiliteit is daarmee een voorwaarde voor het realiseren van business- en digitaliseringsdoelstellingen en ambities van de SRK.

De KDA richt zich op interoperabiliteit op de niveaus van semantiek en techniek. De KDA agendeert vraagstukken die op de bovenste lagen (juridisch en organisatorisch) beantwoord moeten worden en stelt ook (vorm)eisen aan deze lagen om daarmee congruent te kunnen zijn.

Dat betekent:

  • duidelijkheid over grondslagen en verantwoordelijkheden voor leveren van diensten
  • voldoende eenheid van taal (semantiek) en gebruik van bronnen
  • afspraken over technische standaarden voor uitwisseling
  • inzet van ketencommunicatievoorzieningen

Aandacht voor interoperabiliteit vergroot het aanpassingsvermogen en vereenvoudigt de implementatie van wetswijzigingen en het aansluiten van nieuwe ketenpartners.

Noodzaak voor interoperabiliteit[bewerken | brontekst bewerken]

Communicatie en gezamenlijke gegevens vragen eenheid van taal en begrip. Vindbaarheid, toegankelijkheid en interoperabiliteit, zowel semantisch als technisch (FAIR[1]) zijn voorwaardelijk om zinvol met elkaar te communiceren. In de strafrechtketen zijn het canonieke datamodel (CDM) en de standaardreferentiegegevens een formele standaard. Tussen ketenpartners wordt conform het canonieke datamodel uitgewisseld. Zowel de standaard als de toepassing daarvan laat op dit moment te wensen over. Ook het aanwijzen van de verantwoordelijkheid voor gegevens is in onvoldoende mate gebeurd.

Daarnaast is het voor de samenwerking in de keten van belang dat de gegevens vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar zijn (FAIR). In het bijzonder is het van belang dat de ketenpartners afspraken maken over de ketensemantiek. Die is noodzakelijk om tot zinvolle uitwisseling van gegevens te komen. De achtergrond daarbij is de volgende. Iedere ketenpartner hanteert ‘in eigen huis’ zijn eigen taal, vaak bepaald door wet- en regelgeving en/of internationale afspraken. Dat roept vragen op als: wordt met een ‘adres’ bedoeld het woonadres volgens de BRP, het laatst bekende verblijfadres, het adres dat voor betekenen van een vonnis wordt gebruikt of een van de adressen waarop een verdachte zich weleens zou kunnen bevinden?

Het gevolg van het een en ander is dat het delen van gegevens dan wel met ‘koud’ toegang te geven tot de eigen interne Oorsprong-gegevens niet voldoende is. De ketenpartners kunnen uit deze Oorsprong-gegevens namelijk geheel onbedoelde en onwenselijke conclusies voor hun eigen werk trekken; zie IOverheid. De beheerder van de Oorsprong-gegevens dient er dan ook voor te zorgen dat bij het ontsluiten van zijn gegevens voor een bredere kring van betrokkenen via een Bron gebruik gemaakt wordt van de semantiek van de Strafrechtketen, zoals uitgedrukt in het Canoniek DataModel (CDM). Indien nodig vertaalt hij de Oorsprong-gegevens naar dit CDM.

Openstaand: Onderzocht dient te worden of CDM uitgebreid moet worden voor het gebruik van semantische modellering van gegevens (b.v. conform de MIM-standaard) die in de keten gedeeld worden. Hiermee kan een grote flexibiliteit en ontkoppeling gerealiseerd worden, welke ook transities vereenvoudigt.

In het onderzoek ‘Informatie-uitwisseling in samenwerkingsverbanden’ wordt benadrukt dat eenheid van begrip en taal over disciplines en organisatie zijn grenzen heeft. Verschillen in methodes, werkwijzen, socialisatie en cultuur noodzaken tot onderlinge professionele uitwisseling in plaats van gestructureerd digitaal. Kijken in elkaars dossiers is om die reden af te raden. In het rapport iOverheid van de WRR wordt het probleem van het uit context halen van gegevens in combinatie met het samenvoegen met gegevens uit andere contexten beschreven. Indien noodzakelijk dient het strikt beperkt te worden tot die informatie waarover geen misverstanden kunnen zijn. De facto beperkt het zich dan tot feitelijke informatie mits de semantiek expliciet gemaakt en afgesproken is. Afspraken maken over semantiek is stap één. Het naleven, toezien, handhaven en verbeteren van die afspraken in ketenverband dient hiermee onlosmakelijk verbonden te zijn, te meer daar juistheid, volledigheid en controleerbaarheid van informatie een voorwaarde is voor het nemen van ingrijpende beslissingen door de ketenpartners. Dit vraagt om het inrichten van ketenbrede datagovernance, te positioneren in het Duurzaam digitaal stelsel (DDS).

Een raamwerk voor interoperabiliteit[bewerken | brontekst bewerken]

De strafrechtketenarchitectuur omvat alle afspraken en voorzieningen die in de strafrechtketen nodig zijn om als (soevereine) organisaties te kunnen samenwerken gericht op het bereiken van gezamenlijke doelen. Dat vermogen om te kunnen samenwerken noemen we interoperabiliteit.

EIF-raamwerk

Om hierover met elkaar te kunnen redeneren gebruiken we het EIF-Raamwerk voor interoperabiliteit voor overheden. Het raamwerk maakt duidelijk dat de afspraken zich uitstrekken van juridische interoperabiliteit tot de technische interoperabiliteit. En dat deze lagen in samenhang gerealiseerd moeten zijn.

De KDA beperkt zich tot de lagen informatie en applicatie uit het EIF-Raamwerk. Omdat de semantische en technische lagen congruent moeten zijn met de juridische en organisatorische lagen stelt de KDA wel (vorm)eisen aan deze lagen. De KDA agendeert vraagstukken die op de bovenste lagen (juridisch en organisatorisch) beantwoord moeten worden. Denk hierbij aan de gevolgen van persoonsverwisseling of bewaartermijnenproblematiek. Ook stelt de KDA (vorm)eisen aan deze lagen om daarmee congruent te kunnen zijn.

Onderwerpen voor interoperabiliteitsafspraken[bewerken | brontekst bewerken]

De KDA richt zich op de informatievoorziening om de communicatie tussen ketenpartners te ondersteunen. Het mantra geeft hier uitdrukking aan. We drukken daarin uit dat het gaat over betrouwbare digitale communicatie en de traceerbaarheid van die informatie zodat de samenhang van informatie gewaarborgd blijft. Het is de richtinggevende visie voor het streven naar de “ideale” informatievoorziening in de keten. Waarbij we ons bewust zijn dat de perfecte eindsituatie nooit zal bestaan. Met het voortschrijden verschuift de horizon. En tussen droom en daad zijn altijd praktische bezwaren. Om de interoperabiliteit te realiseren hebben we in de keten nadere afspraken nodig.

  1. FAIR: findability, accessibility, interoperability, and reusability; zie go-fair.org