Interactiepatronen

Uit ASTRA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In lijn met Grijpink Keteninformatisering in kort bestek, die communicatie in de keten gericht op het bereiken van een gemeenschappelijk ketenresultaat centraal stelt, is het uitgangspunt bij het ontwerpen van samenwerking in ketens de wijze van ontkoppeling van partijen waartussen interactie plaatsvindt. Die manieren noemen we interactiepatronen.

Interactiepatronen voor samenwerking in de strafrechtketen

Patroon: Afsprakenpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

In dit patroon verzoekt de ene partij (dienstafnemer) de andere partij (dienstverlener) een dienst te verlenen - bijvoorbeeld "het vervoeren van de verdachte uit bewaring naar de rechtszitting morgen om 16:00". Normaal gesproken zal de dienstverlener (in dit geval: DJI) dit doen en het resultaat opleveren aan de dienstafnemer (in dit geval: OM). Het is mogelijk dat de dienstverlener het verzoek weigert, b.v. omdat de risico-analyse of medische gegevens aanleiding geven tot extra maatregelen, die in het gegeven tijdsbestek niet haalbaar zijn. Normaal zal de dienstverlener in overleg treden met de afnemer over aanvaardbare en uitvoerbare oplossingen. Daarnaast is het mogelijk dat zowel dienstverlener als afnemer terugkomen op hun eerdere commitments, bijvoorbeeld omdat de rechter bij nader inzien de wens van de verdachte accepteert om niet ter zitting te verschijnen. Het nut van dit patroon is dat op ieder moment duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Tijdens het ontwerp van ketensamenwerking kan van iedere stap systematisch worden besloten of het nuttig is om deze expliciet te maken en het resultaat vast te leggen, of dat met impliciete aannames volstaan kan worden. Het patroon is toepasbaar voor verschillende vormen het maken van een afspraak of het aangaan van een verplichting: het doen van een verzoek, het geven van opdrachten, het overdragen van processtukken en het zelf initiëren van een verplichting, bijvoorbeeld het autonoom starten van een onderzoek.

Patroon: Notificatie- / Signaleringpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

De ene partij (de signalerende partij) legt op grond van de uitoefening van zijn taak informatie vast die ook (kritisch) relevant is voor andere partijen (bijv. ‘persoon is voortvluchtig’). Die andere partijen (de abonnerende partijen) willen actief geïnformeerd worden over het feit dat die informatie is vastgelegd of gewijzigd. Zij abonneren zich op een dienst die signaleert dat er voor hen relevante informatie beschikbaar is. De signalerende partij is na het afgeven van het signaal niet meer verantwoordelijk voor verdere verwerking. De abonnerende partij dient tijdig te beslissen of op het signaal gereageerd wordt. Signalen hebben immers een beperkte levensduur. Dit is per signaaltype vast te stellen. Voor een abonnement op een notificatie dient een juridische grondslag aanwezig te zijn en er is een verwerkingsovereenkomst tussen de signalerende partij en de abonnerende partij. De ‘dikte van het event’ (de compleetheid van de informatie die met de notificatie wordt meegestuurd) is afhankelijk van de gevoeligheid van de informatie en de bevoegdheden van de abonnees. Bij het ontwerp en implementatie van een op dit patroon gebaseerde informatie-uitwisseling moet bepaald worden wat de juiste ‘dikte’ van het signaal is. Daarbij moet het uitgangspunt zijn dat een signaal niet moet leiden tot (herhaalde) opvraag van informatie.

Patroon: Vraaggestuurde informatiedeling[bewerken | brontekst bewerken]

De ene partij (de afnemende partij) heeft behoefte aan informatie die nodig is voor het kunnen uitoefenen van zijn taak over welke informatie hij (nog) niet beschikt. Die informatie is (mogelijk) beschikbaar bij verschillende andere partijen (de leverende partijen). De afnemende partij vraagt via een intermediair (makelaar) de leverende partijen hem een dienst te leveren in de vorm van een informatie-product dat zijn behoefte afdekt. De makelaar voert een door de afnemende partij gedefinieerd recept uit. Bij uitvoering wordt gevalideerd op grondslag, doelbinding en autorisaties. Voor het afnemen van een informatieproduct dient een juridische grondslag aanwezig te zijn en er is een verwerkingsovereenkomst tussen de afnemende partij en de leverende partijen. Met dit patroon

  1. voorkomen we dat onjuiste, dat wil zeggen niet afgesproken, bronnen worden geraadpleegd. Men krijgt altijd de op ketenniveau afgesproken informatie.
  2. verbergen we de complexiteit van de keten voor de afnemende partij. Concreet: de burgemeester die in het kader van de BIJ-regeling recht heeft op informatie over een terugkerende gedetineerde hoeft niet te weten welke gegeven van DJI, CJIB of het OM komt. Hij/zij krijgt een eenduidig product aangeboden.

Verantwoorden en “historische gegevens[bewerken | brontekst bewerken]

Het verantwoorden van beslissingen is een belangrijk en groot goed in het Strafrecht. Dat betekent ook het inzichtelijk kunnen maken van de informatie waarop de beslisser zijn beslissing heeft gebaseerd. Ongeacht welk interactiepatroon: de beslisser (ontvanger) is zelf verantwoordelijk om dit aan te tonen. De huidige digitale Informatiehuishouding biedt nauwelijks mogelijkheden om de stand van zaken in het verleden te reconstrueren. Ketenpartners kunnen er dus niet op vertrouwen dat de leverende partij zorg draagt voor het kunnen reconstrueren van de informatie op het moment van verstrekken, maar moeten hier zelf zorg voor dragen.