Aanpassingsvermogen

Uit ASTRA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Naam Aanpassingsvermogen
Omschrijving De strafrechtketen kan zich telkens op een tijdige, slimme en verantwoorde manier aanpassen op veranderingen in de omgeving.
Identificatiekenmerk AP3
Toelichting Omgevingsveranderingen – zoals verwachtingen vanuit de maatschappij, vormen van criminaliteit en technologische mogelijkheden – dienen zich van buitenaf op de strafrechtketen aan. De aanpassing betreft zowel de dienstverlening van de strafrechtketen (b.v. vergelding versus interventie gericht op gedragsverandering) als de inrichting met mensen, middelen en werkwijzen. Voorbeelden hiervan zijn mediation en wisselende samenwerkingsverbanden met instanties in zorg of werk en inkomen. Zo’n slimme aanpassing is gepast, proportioneel, doordacht, mogelijk innovatief en vaak met een korte terugverdientijd.
Rationale Het hoogste doel van de strafrechtketen blijft om bij te dragen aan een Veilige en rechtvaardige samenleving. Die samenleving verandert echter voortdurend, qua typen criminaliteit, plaatsen waar dat gebeurt (grensoverschrijdend, zowel fysiek als cyber) en de daarbij gebruikte technologie (zoals digitalisering). Ook de verwachtingen van de samenleving veranderen, bijvoorbeeld in de mix van preventie, straffen en hulpverlening. Deze veranderingen vinden bovendien plaats in een steeds hoger tempo. Om deze doelen te kunnen realiseren past de strafrechtketen zich aan en werkt samen met nieuwe ketenpartners in nieuwe adaptieve samenwerkingsvormen (zoals de ZSM-tafel nu, en schuldeisers en hulpverleners, met participatie van burgers en bedrijven)
Implicaties Betrokken organisaties en professionals moeten de keten goed kennen evenals de veranderingen in en verwachtingen van de omgeving. Ze moeten kunnen duiden wat nodig is om de aansluiting met de omgeving blijvend te borgen. Het benodigde aanpassingsvermogen (mensen, organisatie, technische middelen) kan onder meer worden gerealiseerd door:
  • professionals aannemen / bijscholen op vaardigheden en houding, en hun alertheid te benutten / belonen
  • ontwerpen baseren op rollen, die in de tijd op verschillende plekken in organisaties kunnen worden belegd (strafbeschikking ZM > OM in 2006)
  • uitgaan van diensten om procesflexibilisering (van estafettemodel naar trigger en notificatie) te bereiken
  • ad hoc kunnen aanhaken van relevante nieuwe partijen
  • oplossingskeuzes evalueren op interoperabiliteit, open standaarden / protocollen.
Bronnen
Bijdrage aan doelen
NORA-principes