Architectuurinhoud

Uit ASTRA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Principes voor de strafrechtketenarchitectuur[bewerken | brontekst bewerken]

 IdOmschrijving
RechtsstatelijkheidAP0De wijze van organiseren en samenwerken in de strafrechtketen geeft invulling aan de rechtsstatelijke scheiding van de verschillende rollen en bevoegdheden in het strafproces.
SamenwerkenAP1Samenwerking is het uitgangspunt in het ontwerp van de strafrechtketen.
TransparantieAP2De partijen in de strafrechtketen kunnen op ieder gepast moment inzage geven en verantwoording afleggen over de voortgang van zaken en de onderbouwing van besluiten.
AanpassingsvermogenAP3De strafrechtketen kan zich telkens op een tijdige, slimme en verantwoorde manier aanpassen op veranderingen in de omgeving.
DienstoriëntatieAP4Dienstoriëntatie is de manier van samenwerken die past bij de onafhankelijkheid en de gelijkwaardigheid van partners in de strafrechtketen, terwijl de strafrechtketen als geheel toch effectief samenwerkt.
Differentiatie waar nodigAP5De dienstverlening van de strafrechtketen is op maat afgestemd op de behoeften en de context van betrokkenen daar waar dat nodig is om recht te doen aan de rechten, afhankelijkheden en mogelijkheden van deze betrokkenen.
Digitaal is onze taalAP6De strafrechtketen verwerkt zijn gegevens digitaal en maakt gebruik van digitale mogelijkheden om werkprocessen slim te organiseren.
GegevenskwaliteitAP7De strafrechtketen werkt met gegevens waarvan de kwaliteit bekend en geborgd is.
Zaakgericht én persoonsgerichtAP8De strafrechtketen kan zowel individuele zaken afhandelen als een effectieve persoonsgerichte aanpak uitvoeren.

Uitgangspunten voor de strafrechtketenarchitectuur[bewerken | brontekst bewerken]

Wetgeving en rechtsstatelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

Poster de strafrechtketenarchitectuur.png

Rechtsstatelijke verhoudingen en de daarmee gepaard gaande autonomie met sterke checks en balances[1] zijn kenmerkend voor de SRK. Deze komen voort uit onze staatsinrichting, de grondwet, en zijn vertaald in wetgeving zoals het wetboek van Strafvordering, de Politiewet, de wet op de Rechtelijke Organisatie, etc. Het Informatieberaad (IB) heeft dit vastgelegd in de Leidende Principes Digitalisering en de SRK-AR heeft dit uitgewerkt in het eerste architectuurprincipe Rechtsstatelijkheid.

De leidende principes en het principe van Rechtsstatelijkheid leiden tot een gedistribueerd IV-Landschap dat de autonomie respecteert, met minimale koppeling tussen de processen, organisaties en IV. Waarbij om de digitale datasoevereiniteit te waarborgen de implementatiekeuze is gemaakt om gegevens op meerdere plaatsen op te slaan. Het laat ook de ruimte voor ketenpartners om de eigen IV naar eigen inzicht in te richten. Een IV-Landschap dat, zoals de OGB-portefeuillehouder Architectuur het formuleert, ”als het ware een ‘spiegel’ dient te zijn van het juridisch stelsel. De informatievoorziening mag geen afhankelijkheden of voorzieningen creëren die strijdig zijn met dat juridische stelsel.” Bij de te stellen eisen aan de informatievoorziening is onderscheid te maken naar fases in het proces (vb. vervolging, berechting en ten uitvoerlegging) als ook zaakinhoud en ondersteuning (vb. dossierinzage, biometrische voorziening, identiteit justitiabele en digitale handtekening).

Het gedistribueerde landschap waarbij gegevens op meerdere plaatsen voorkomen stelt eisen aan het kunnen traceren van die informatie om integriteit en authenticiteit te waarborgen. In de memorie van toelichting op de Wet digitale Processtukken Strafvordering 2014 wordt gesteld dat het onderscheid tussen origineel en kopie van een document (of informatie) in de digitale wereld onwerkbaar is. De nadruk moet liggen op de traceerbaarheid en onweerlegbaarheid van informatie als ook van (fysieke) bewijsmiddelen. Geconcretiseerd in de begrippen digitale bewaarketen en digitale bewerkingsketen. Wat op zijn beurt weer eisen stelt aan helderheid over verantwoordelijkheden van de ketenpartners.

De rode draad door al deze kenmerken is dat er wel wederzijdse verplichtingen en afhankelijkheden zijn tussen de ketenpartners. Er is op deze onderwerpen geen sprake van een gezamenlijke ketenverantwoordelijkheid. Iedere ketenpartner heeft de verantwoordelijkheid om bij te dragen zodat de keten goed kan functioneren.

Samen én autonoom[bewerken | brontekst bewerken]

Informatisering in een keten is anders dan in een organisatie en kan ook niet gezien worden als de optelsom van de verschillende organisaties. Bij keteninformatisering staat communicatie tussen functionarissen en/of organisaties centraal, in plaats van (gezamenlijke) registratie[2]. De KDA onderkent daarom interactiepatronen om communicatie te duiden. In de keten concurreren keten- en netwerksamenwerking (de horizontale krachten) met organisatiedoelstellingen en -hiërarchie (de verticale krachten). Daar komt bij dat in de keten niemand de “baas” is (zie Ketens de baas).

Zoals gesteld zijn er in de strafrechtketen wederzijdse afhankelijkheden en verplichtingen. Geen van de organisaties kan zonder de informatie van de ander. En alleen gezamenlijk kan het “product” van de keten geleverd worden (zie hiervoor ook het boek Verdachte in de ketens.

Om de informatievoorziening te richten en te sturen zijn afspraken nodig. Onderlinge afspraken om interoperabel met elkaar te zijn. Interoperabiliteit is daarmee een voorwaarde voor het realiseren van business- en digitaliseringsdoelstellingen en ambities.

De KDA richt zich op interoperabiliteit op de niveaus van semantiek en techniek. De KDA agendeert vraagstukken die op de bovenste lagen (juridisch en organisatorisch) beantwoord moeten worden en stelt ook (vorm)eisen aan deze lagen om daarmee congruent te kunnen zijn.

Voor meer verdieping, zie Rechtstatelijkheid en verantwoordelijkheden.

Mantra[bewerken | brontekst bewerken]

De Ketendoelarchitectuur (KDA) richt zich op de informatievoorziening (afspraken, processen, mensen, middelen) om de communicatie tussen ketenpartners te ondersteunen.

Het mantra geeft uitdrukking hier aan.

De strafrechtketen kan digitaal, betrouwbaar, veilig en eenvoudig gegevens over personen, ‘zaken’[3], beslissingen en bewijsmiddelen uitwisselen. Zo zijn deze gegevens vanuit ieder gewenst perspectief, binnen en buiten de keten tijdig en volledig beschikbaar, voor iedereen die ze nodig heeft en mag gebruiken, om te kunnen handelen, beslissen, leren, besturen en verantwoorden.

Kernpunten van de strafrechtketenarchitectuur[bewerken | brontekst bewerken]

Volgen en verantwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Volgen en verantwoorden

Rechtsstatelijke verhoudingen en de daarmee gepaard gaande autonomie zijn kenmerkend voor de SRK. Dit impliceert een gedistribueerd IV-Landschap dat die autonomie respecteert, met minimale koppeling tussen de processen, organisaties en IV. Er zijn echter wel wederzijdse verplichtingen en afhankelijkheden. Dat vereist allereerst dat verantwoordelijkheden ten opzichte van elkaar duidelijk zijn. Dienstoriëntatie ondersteunt het expliciteren van die verantwoordelijkheden, maar respecteert tegelijkertijd de autonomie van de ketenpartners. Het betekent daarnaast dat ketenpartners informatieobjecten aan elkaar moeten kunnen overdragen of delen. De authenticiteit en integriteit van de overgedragen of gedeelde informatie moet gewaarborgd zijn, zodat deze informatie bruikbaar blijft voor de uitvoering van ieders wettelijk voorgeschreven taken. Dat vergt wel dat informatieobjecten net als in een logistieke keten geïdentificeerd en gevolgd kunnen worden, van eerste ontstaan bij een ketenpartner tot later gebruik ervan bij andere ketenpartners. Daarbij verdient het kunnen herstellen van fouten die onderweg zijn ontstaan speciale aandacht.

Gegevensstrategie[bewerken | brontekst bewerken]

Gegevensstrategie logo.png

Ketenpartners in de SRK hebben de autonome bevoegdheden om hun taken en verantwoordelijkheden in te richten en uit te voeren naar eigen inzicht. Ook het verwerken en delen van informatie valt onder die autonome bevoegdheid. Om echter in een keten te kunnen samenwerken, moeten informatieobjecten tussen ketenpartners uitgewisseld worden. Dat stelt eisen aan de manier waarop informatieobjecten tot stand komen en aan hoe ze in de keten gedeeld worden. Een informatieobject dat van belang is voor andere ketenpartijen moet in de keten uniek kunnen worden geïdentificeerd. Ook worden informatieobjecten niet zomaar ‘rondgepompt’, maar worden er strenge eisen gesteld aan het ‘kopiëren’ van informatieobjecten. Zo moeten informatieobjecten altijd zijn voorzien van de afgesproken metadatering en waarborgen voor authenticiteit en integriteit, zodat zij in de bewaarketen (inzicht in wie het informatieobject onder zijn hoede heeft gehad) en bewerkingsketen (inzicht in wat door wie met het informatieobject is gedaan en wat het resultaat daarvan was) altijd traceerbaar zijn.

Interoperabiliteit[bewerken | brontekst bewerken]

Interoperabel logo.png

Om de informatievoorziening in de SRK te richten en te sturen zijn afspraken nodig. Onderlinge afspraken om interoperabel met elkaar te zijn.

Interoperabiliteit is het vermogen om met elkaar te kunnen samenwerken gericht op het bereiken van gezamenlijke (keten)doelen, door

  • afstemmen van de diensten op elkaar
  • onderling kennis en informatie te delen
  • uitwisseling van gegevens

Interoperabiliteit is daarmee een voorwaarde voor het realiseren van business- en digitaliseringsdoelstellingen en ambities van de SRK.

De KDA richt zich op interoperabiliteit op de niveaus van semantiek en techniek. De KDA agendeert vraagstukken die op de bovenste lagen (juridisch en organisatorisch) beantwoord moeten worden en stelt ook (vorm)eisen aan deze lagen om daarmee congruent te kunnen zijn.

Dat betekent:

  • duidelijkheid over grondslagen en verantwoordelijkheden voor leveren van diensten
  • voldoende eenheid van taal (semantiek) en gebruik van bronnen
  • afspraken over technische standaarden voor uitwisseling
  • inzet van  ketencommunicatievoorzieningen

Aandacht voor interoperabiliteit vergroot het aanpassingsvermogen en vereenvoudigt de implementatie van wetswijzigingen en het aansluiten van nieuwe ketenpartners.  

Ketencommunicatievoorzieningen[bewerken | brontekst bewerken]

Ketencommunicatie logo.png

De Ketencommunicatievoorzieningen vormen een raamwerk van elf samenhangende ‘onderwerpen’. Het is het leidingstelsel, de energie en water voor de samenwerking op informatievoorziening in de keten.

Ketencommunicatievoorzieningen zijn onderwerpen waar ketenpartners met elkaar:

  • afspraken over moeten maken;
  • zo nodig standaarden voor moeten afspreken en toepassen;
  • waarvoor eigen ICT-voorzieningen veelal aangepast of ontwikkeld moeten worden;
  • waarvoor eventueel een gezamenlijke ICT-voorziening nodig is;
  • toezicht en handhaving moeten inrichten.

Als we digitaal willen communiceren in de keten dienen we op ketenniveau vier vragen te beantwoorden:

  1. Begrijpen: Allereerst moeten we weten waar we over communiceren, met welk doel en waar de informatie vandaan komt.
  2. Vertrouwen: Vervolgens is de vraag: hoe kan ik de (het) verkregen informatie(object) vertrouwen?
  3. Communiceren: Dan is de vraag: hoe komen informatieobjecten van de ene ketenpartner bij de andere?
  4. Verantwoorden: Hoe tonen we aan dat we voldoen aan wet- en regelgeving?

Langs deze indeling zijn ook de ketencommunicatievoorzieningen te ordenen:

Betekenis en bronnen Voorziening gericht op de betekenis van data, bronnen: “Wat betekent dit? En hoe noemen we dit?” en ”Waar is welke data voor wie te verkrijgen?”.
  • E-Semantiek
  • Integriteit, authenticiteit en transparantie Voorzieningen gericht op integriteit en authenticiteit van data en transparantie: de basis onder de bewaarketen en de bewerkingsketen.
  • E-Status
  • E-Index
  • E-Handtekening
  • Technisch uitwisselen Voorzieningen gericht op techniek voor het uitwisselen van data.
  • E-Koppeling
  • E-Distributie
  • E-Portalen
  • E-Makelaar
  • Rechtmatigheid uitwisselen Voorzieningen gericht op het voldoen aan wet- en regelgeving. Als we data uitwisselen dienen wij aan wetgeving te voldoen.
  • E-Compliance
  • E-Archief
  • E-Toegang
  • Transitiestrategie[bewerken | brontekst bewerken]

    Transitiestrategie logo.png

    De transitiestrategie beschrijft een aanpak om te komen van het huidige verknoopte en inflexibele IV-landschap naar de beoogde informatievoorziening in lijn met de KDA. Dit is een proces van continue verbeteren in kleine beheerste stappen.

    De transitiestrategie laat zich samenvatten in vijf uitgangspunten. Ketenpartners:

    • werken doorlopend aan het implementeren van de KDA,
    • bewaken de balans tussen tijdig doen en goed doen,
    • houden rekening met elkaars prioriteiten en beperkingen,
    • denken groot maar handelen beheerst,
    • investeren in de ketenvoorzieningen met bijbehorende expertisecentra van de keten.

    Handreiking KetenBusinessAnalyse[bewerken | brontekst bewerken]

    Om veranderinitiatieven te ondersteunen in het uitvoeren van een goede ketenanalyse, waarin ook rekening gehouden wordt met de inhoud van de KDA, is de Handreiking KetenBusinessAnalyse (HKBA) ontwikkeld. Met behulp van de HKBA wordt voor een veranderopgave door een multidisciplinair team de analyse uitgevoerd aan de hand van een aantal elementen. Er kan gewerkt worden met een subset van de elementen en in een zelf te kiezen volgorde, afhankelijk wat nodig is voor het betreffende onderwerp. De stappen kunnen in meerdere iteraties worden doorlopen om tot het gewenste resultaat te komen. Met de analyse wordt duidelijk wat de 'ontwerpruimte' is waarbinnen veranderopgave op een gegeven moment in de tijd gerealiseerd kan worden. Een afweging tussen: wat moet en mag (wet en regelgeving, specifiek beleid), algemene kaders (compliance, justitiebeleid, architectuur), behoefte (wat is nodig voor het uitvoeren van de taak) en maakbaarheid (mogelijkheden en beperkingen bijv. qua tijd, mensen en techniek). Hiermee ontstaan de kaders die gesteld worden aan de uitvoering en aan de digitalisering. Dit vormt de basis voor het procesontwerp en voor de IV inrichting.

    Downloads[bewerken | brontekst bewerken]

    Naam Toelichting Link
    Visualisatie KDA De 5 kernpunten van de KetenDoelArchitectuur kernachtig samengevat. Visualisatie KDA
    1. Staatsrecht-systeem waarbij overheidsbevoegdheden over verschillende organen worden verspreid en ieder orgaan bij de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording verschuldigd is aan een ander orgaan.
    2. Deze stelling sluit een gezamenlijke registratie niet uit. Denk hierbij o.a. aan de Strafrechtketen Database voor de leidende administratieve identiteit. Grote terughoudendheid is echter wel geboden.
    3. De zaak bestaat niet, net zoals het dossier. Dat maakt het zo dringend om verschillend geordende informatie over organisatiegrenzen heen te kunnen relateren. Streven naar een eenduidige definitie van zaak of dossier voor iedereen is een kansloze missie.