Dienstoriëntatie

Uit ASTRA
Naar navigatie springen Naar zoeken springen



Naam Dienstoriëntatie
Omschrijving Dienstoriëntatie is de manier van samenwerken die past bij de onafhankelijkheid en de gelijkwaardigheid van partners in de strafrechtketen, terwijl de strafrechtketen als geheel toch effectief samenwerkt.
Identificatiekenmerk AP4
Toelichting Een dienst is een afgebakende prestatie van een persoon of organisatie (de dienstverlener), die voorziet in een behoefte van haar omgeving (de afnemer). Het resultaat van een dienst is bijvoorbeeld een aangehouden verdachte, een vastgestelde identiteit, een rechterlijke uitspraak (bedrijfsprestaties), een risicoprofiel van een persoon of een geleverde VOG of ID-staat (informatieproducten). Over het leveren van diensten worden afspraken gemaakt ten aanzien van prestatie, kwaliteit en coördinatie in een dienstniveau-overeenkomst (DNO), zonder voorschriften voor de interne voortbrenging bij de dienstverlener.
Rationale Dienstoriëntatie is een manier van samenwerken die past bij de onafhankelijkheid en de gelijkwaardigheid van partners in de strafrechtketen. De rechtstatelijke verankerde verantwoordelijkheid van de ketenpartners in het stelsel van “checks and balances” wordt behouden, terwijl de strafrechtketen als geheel toch effectief samenwerkt. Dienstoriëntatie ontkoppelt partijen via diensten die geleverd worden op een koppelvlak. Dit faciliteert verschillen in organisatie- en ICT-inrichting en in tempo van ontwikkeling, zolang de afspraken inzake dienstverlening worden nagekomen en de keten als geheel op elkaar aansluit en presteert (interoperabiliteit). De noodzaak om interne processen en ICT van ketenpartners onderling hetzelfde te maken verdwijnt hierdoor. (Spoorslags) Let op: organiseren in de vorm van diensten wil niet zeggen dat alle interacties worden beschouwd als klant-leveranciersrelaties. De samenwerking tussen partners in de strafrechtketen en de verhouding met betrokken partijen zoals verdachten, slachtoffers en advocaten kent andere afhankelijkheden dan die tussen een klant en een leverancier. Dit is tevens het grootste verschil met het principe van dienstoriëntatie in de NORA.
Implicaties * Op grond van de DNO verplicht de dienstverlener zich om afgesproken diensten te leveren, en de afnemer om zich te houden aan de aansluitvoorwaarden. Die DNO is gebaseerd op wetgeving en bestuurlijke afspraken (zoals convenanten), en heeft niet noodzakelijk de vorm van een privaatrechtelijke overeenkomst.
  • Prestaties worden afgesproken (op basis van behoeften afnemer en mogelijkheden dienstverlener) en de naleving ervan gemeten.
  • De verantwoordelijke voor het leveren van de prestaties qua inhoud en kwaliteit wordt vastgesteld; dit draagt bij aan transparantie.
  • Bij het inrichten van dienstenmanagement maken we onderscheid tussen samenwerkingsdiensten van ketenpartners onderling, generieke ketendiensten en externe ketendiensten (o.a. dienst- en prestatieafspraken, aanspreken op afwijking, escalatie).
  • In het USB-domein worden de dienstverleningsafspraken op koppelvlakken gebaseerd op een integraal ontwerp van de ketenprocessen.
Bronnen
Bijdrage aan doelen
NORA-principes