Interactiepatronen
Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]
In de keten staat de communicatie, in het kader van taken en verantwoordelijkheden, tussen organisaties / functionarissen centraal. In lijn met Grijpink Keteninformatisering in kort bestek, die deze communicatie in de keten gericht op het bereiken van een gemeenschappelijk ketenresultaat centraal stelt, is het uitgangspunt bij het ontwerpen van samenwerking in ketens de wijze van ontkoppeling van partijen waartussen interactie plaatsvindt. Die manieren noemen we interactiepatroon.
Kort geformuleerd zijn dit de patronen: A en B maken een afspraak en houden beide het vervolg in de gaten tot de afspraak is afgesloten (afsprakenpatroon). C wil iets weten van D of andersom, als de vraag is beantwoord is de dialoog afgelopen, tenzij er een nieuwe vraag wordt gesteld (vraaggestuurde informatiedeling). A deelt aan ieder die het wil en mag weten iets mee en is niet geïnteresseerd wat de ontvanger er mee doet (attendering).
Interactiepatronen vs. uitwisselpatronen[bewerken | brontekst bewerken]Het feit dat een bericht technisch correct is afgeleverd bij een andere ketenpartner geeft geen garantie dat een medewerker van die ketenpartner daar actie op gaat nemen. Hiervoor is een bevestiging, bijvoorbeeld via een bericht of per telefoon, nodig. Het zou niet de eerste keer zijn dat daardoor zaken vertraging oplopen of niet de juiste aandacht krijgen. Het verschil tussen interactiepatronen en (technische) uitwisselpatronen kan ook andersom geïllustreerd worden. Zo kan de start van het afsprakenpatroon op technisch niveau beginnen met een technisch notificatiebericht waarop de ontvanger een technisch vraagbericht stuurt voor verdere informatie of het ophalen van bijbehorende informatieobjecten. En vervolgens een bevestiging van de afspraak maakt middels een technisch notificatiebericht. |
Alle interacties in en met de keten zijn een uiting van één van deze drie patronen. Processen zijn te zien als een aaneenschakeling van interacties en daarmee de interactiepatronen. Indelen in deze patronen helpt om verantwoordelijkheden te expliciteren, diensten te onderkennen en vervolgens te vertalen naar de bijbehorende technische implementatie.
Het gekozen interactiepatroon is congruent met de aard van de communicatie. Zie ook Congruent interactiepatroon (PA01) |
In gesprekken merkt de SRK-AR dat de interactiepatronen vaak voor technische interactiepatronen, berichtuitwisseling, worden aangezien[1]. Het is van groot belang dit onderscheid scherp te maken.
Om verwarring te beperken wordt voor een technische interactie de term uitwisselpatroon gebruikt.
Als de zekerheid over daadwerkelijk handelen nodig is, is het afsprakenpatroon noodzakelijk. Zie Hanteren afsprakenpatroon (PA02) |
Afsprakenpatroon[bewerken | brontekst bewerken]
Het Afsprakenpatroon en dienstoriëntatie dragen beide bij aan het expliciteren van verantwoordelijkheden en verzakelijking van de samenwerking.
In dit patroon verzoekt de ene ketenpartij (dienstafnemer) de andere ketenpartij (dienstverlener) een dienst te verlenen - bijvoorbeeld "het vervoeren van de verdachte uit bewaring naar de rechtszitting morgen om 16:00". Normaal gesproken zal de dienstverlener (in dit geval: DJI) dit doen en het resultaat opleveren aan de dienstafnemer (in dit geval: OM). Het is mogelijk dat de dienstverlener het verzoek weigert, b.v. omdat de risico-analyse of medische gegevens aanleiding geven tot extra maatregelen, die in het gegeven tijdsbestek niet haalbaar zijn. Normaal zal de dienstverlener in overleg treden met de afnemer over aanvaardbare en uitvoerbare oplossingen. Daarnaast is het mogelijk dat zowel dienstverlener als afnemer terugkomen op hun eerdere commitments, bijvoorbeeld omdat de rechter bij nader inzien de wens van de verdachte accepteert om niet ter zitting te verschijnen. Het nut van dit patroon is dat op ieder moment duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Tijdens het ontwerp van ketensamenwerking kan van iedere stap systematisch worden besloten of het nuttig is om deze expliciet te maken en het resultaat vast te leggen, of dat met impliciete aannames volstaan kan worden. Het patroon is toepasbaar voor verschillende vormen het maken van een afspraak of het aangaan van een verplichting: het doen van een verzoek, het geven van opdrachten, het overdragen van processtukken en het zelf initiëren van een verplichting, bijvoorbeeld het autonoom starten van een onderzoek.
|
Vraaggestuurde informatiedeling[bewerken | brontekst bewerken]
De ene partij (de informatieafnemer) heeft behoefte aan informatie die nodig is voor het kunnen uitoefenen van zijn taak over welke informatie hij (nog) niet beschikt. Die informatie is (mogelijk) beschikbaar bij verschillende andere partijen (de informatieleverancier). De afnemende partij vraagt de leverende partijen, eventueel via een makelaar, hem een dienst te leveren in de vorm van een informatieproduct dat zijn behoefte afdekt. Bij uitvoering wordt gevalideerd op grondslag, doelbinding en autorisaties. Voor het afnemen van een informatieproduct dient een juridische grondslag aanwezig te zijn en er is een verwerkingsovereenkomst tussen de afnemende partij en de leverende partijen. Met dit patroon
Op een vraag volgt altijd een antwoord, mits voldaan aan grondslag en doelbinding. Uiteraard zijn hier afspraken over gemaakt tussen vragensteller en vraagbeantwoorder. Het vraagpatroon levert altijd een momentopname op: de gegevens zoals ze op dat moment beschikbaar zijn. Dat wil zeggen dat als de vraag opnieuw wordt gesteld mogelijk een ander antwoord volgt. Het is aan de vragensteller om zich op de hoogte te (laten[2]) stellen van wijzigingen of een antwoord te vergelijken met een eerder verkregen antwoord. Ook kan de vragensteller van verstrekker niet eisen dat deze het antwoord op een eerdere gestelde vraag kan reproduceren. Zie ook Tijdreizen. Een nuancering op het voorgaande: als een vragensteller vraagt naar een geïdentificeerd, integer en authentiek/ gewaarmerkt informatieobject dan zal hij/zij uiteraard iedere keer hetzelfde antwoord te krijgen, binnen de normen van bewaartermijnen en archiefwet. Dat er een nieuwe versie beschikbaar is of een aanvulling krijgt de vragensteller niet via dit patroon te weten.
|
Attendering[bewerken | brontekst bewerken]
De ene ketenpartij (de signalereerder) legt op grond van de uitoefening van zijn taak informatie vast die ook (kritisch) relevant is voor andere partijen (bijv. ‘persoon is voortvluchtig’). Die andere partijen (de abonnees) willen actief geïnformeerd worden over het feit dat die informatie is vastgelegd of gewijzigd. Zij abonneren zich op een dienst die signaleert dat er voor hen relevante informatie beschikbaar is. De signaleerder is na het afgeven van het signaal niet meer verantwoordelijk voor verdere verwerking. De abonnee dient tijdig te beslissen of op het signaal gereageerd wordt. Signalen hebben immers een beperkte levensduur. Dit is per signaaltype vast te stellen. Voor een abonnement op een attendering dient een juridische grondslag aanwezig te zijn en er is een verwerkingsovereenkomst tussen de signaleerder en de abonnee.
De attendering bevat genoeg informatie, maar vanuit gegevensbescherming ook niet meer dan dat, om urgentie/relevantie voor de abonnee te bepalen. Hier is geen algemene regel voor te geven. De ontvanger zal, indien geïnteresseerd, middels het interactiepatroon vraaggestuurd aanvullende, voor hem relevante, informatieobject(en) op maat vragen.
Het is aan de ontvanger om toe te zien dat een attendering, of wellicht onderdelen daarvan, bij de juiste persoon terecht komen. |
Verantwoorden en “historische gegevens”[bewerken | brontekst bewerken]
Het verantwoorden van beslissingen is een belangrijk en groot goed in het Strafrecht. Dat betekent ook het inzichtelijk kunnen maken van de informatie waarop de beslisser zijn beslissing heeft gebaseerd. Ongeacht welk interactiepatroon: de beslisser (ontvanger) is zelf verantwoordelijk om dit aan te tonen. De huidige digitale Informatiehuishouding biedt nauwelijks mogelijkheden om de stand van zaken in het verleden te reconstrueren. Ketenpartners kunnen er dus niet op vertrouwen dat de leverende partij zorg draagt voor het kunnen reconstrueren van de informatie op het moment van verstrekken, maar moeten hier zelf zorg voor dragen.
- ↑ Ook bij de implementatie van de ebMS standaard worden bedrijfstransacties vaak verward met transacties die zich op de technische laag bevinden.
- ↑ via het Attenderingspatroon
- ↑ Vergelijkbaar met de bedrijfsgebeurtenis gedreven opzet uit de USB architectuur. Echter in de KDA wordt nader onderscheid gemaakt tussen afspraken en attenderen.